Activiteiten

Branchescholing restauratiebedrijven op stoom

Branchescholing restauratiebedrijven op stoom

NCE staat voor Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen, een nog jonge organisatie die met steun van het Ministerie van OC&W de brancheopleidingen in onderhoud en restauratie van monumenten ter hand neemt. Tijdens de crisisjaren in de bouw waren de meeste opleidingen diep in de bureauladen opgeborgen omdat de aanwas van nieuwe leerlingen en instromers een forse inzinking kende. Eigenlijk vreemd, want de opeenvolgende crises troffen de nieuwbouw veel harder dan de monumentenzorg. Onderhoud en restauratie van monumenten berust namelijk voor een aanzienlijk deel op overheidsfinanciering en dat budget werd in die crisisjaren nauwelijks aangetast. Hooguit werden bepaalde werken even on-hold gezet. Logischerwijs zou je hebben kunnen verwachten dat jongeren de weg naar de monumentenzorg, al was het maar als sluiproute, in groten getale hadden gevonden, maar niets was minder waar. Alles wat maar een beetje naar bouw riekte, werd als perspectiefloos gezien.

Toen kwam de ommekeer. De bouw trok fors aan met gunstige langjarige vooruitzichten en ook de erfgoedbranche kwam, mede door de inhaalvraag van de tijdelijk stilgelegde projecten, weer flink op stoom. Prompt begon de arbeidsmarkt voor deze bedrijven, zowel in bruin als in groen erfgoed, weer een beetje op drift te raken. En toen was Leiden is last, want veel branches konden hun opleidingen niet meer vinden in die bureauladen of als ze die wel op het spoor kwamen, ontbrak de nodige actualiteit.

NCE is met die branches keihard aan de slag gegaan, heeft met tal van branchedeskundigen verouderd lesmateriaal afgestoft en veel nieuw materiaal toegevoegd. Het resultaat mag er wezen. Vrijwel alle brancheopleidingen zijn weer rijp voor het leslokaal, fysiek en digitaal, en voorzien van de alleractueelste lesstof. De eerste branches scholen al weer volop. In het lopende jaar tijd leidt NCE niet minder dan 150 cursisten op, verdeeld over de verschillende branches.

NCE is een stichting zonder winstoogmerk, en werkt met subsidies van OC&W en lesgelden van de deelnemende bedrijven. Omdat de bijdrage van het ministerie eind 2021 grotendeels zou aflopen, en NCE de bijdrage van de bedrijven zo laag mogelijk wil houden, heeft ze een beroep op het ministerie gedaan een Scholingsfonds in het leven te roepen. En niet tevergeefs, want Minister Van Engelshoven heeft dit verzoek voor in ieder geval 2021 met een fors bedrag gehonoreerd.

Proficiat, NCE.

Impasse certificering doorbreken

Impasse certificering doorbreken

De discussie over nut en noodzaak van het certificeren van bedrijven die monumenten onderhouden en restaureren, speelt al jaren. Echt veel opschieten doet die discussie niet. Het woord certificeren dreigt inmiddels zo’n beladen begrip te worden, dat ik liever spreek van erkennen. Van ERM-erkende-bedrijven. ERM is de stichting die de kwaliteitsrichtlijnen opstelt, in samenspraak met alle betrokkenen, en bovendien bepaalt aan welke eisen een bedrijf moet voldoen om die erkenning te krijgen. Veel opdrachtgevers, zowel overheden als particuliere, hanteren inmiddels wel de richtlijnen die de kwaliteit van de uitvoering van een restauratiewerk voorschrijven, maar het inhuren van een bedrijf dat aantoonbaar beschikt over de kennis en vaardigheden om die kwaliteit te garanderen, is ze nog te vaak een brug te ver. Argument daarbij is dat men niet wenst te worden beperkt in de keuze van een bedrijf en erkende bedrijven schaars en duur zijn. Veelal zwicht een opdrachtgever uiteindelijk toch voor de laagste prijs, en wordt het risico van niet herstelbare fouten door onoordeelkundig werk op de koop toegenomen. Wat zich hier wreekt is dat het monumenteigenaren, zeker de “enkelpandigen”, vaak de kennis ontbeert om de consequenties van bepaalde keuzes te overzien. Het gezegde “goedkoop is duurkoop” zou in monumentenland uitgevonden kunnen zijn.

Extra investeren

Bedrijven op hun beurt aarzelen in erkenningen te investeren. Je moet personeel extra scholen, extra honoreren, erkenningen aanvragen en jaarlijks laten valideren, wat vele duizenden euro’s aan kosten met zich meebrengt. Wanneer je niet de geringste zekerheid hebt die extra investeringen te kunnen terugverdienen, waarom zou je dan je nek uitsteken en beter willen zijn dan je concurrenten?

Laagste prijs

Hoewel het aantal erkenningen licht -zeer licht wel te verstaan- stijgt moeten we vaststellen dat we in een impasse zitten. Kind van de rekening is de kwaliteit. Waar opdrachtgevers de laagste prijs blijven omarmen, erkende bedrijven zich afvragen of hun stempel enige toegevoegde waarde heeft en potentiële toetreders de kat uit de boom blijven kijken, is kwaliteit de grote verliezer. Het gekke is, dat alle betrokkenen, voorop het Ministerie van OC&W, kwaliteit juist met hoofdletters schrijven. De vraag is nu, hoe dit abstracte kwaliteitsbesef kan worden geconcretiseerd.

Bezitters van monumenten en restauratiebedrijven bevinden zich in een loterij zonder nieten, een tombola. Nieuwe materialen, innovatieve technologieën, ingrijpende wetgeving, verduurzaming, klimaatschommelingen en een groeiend aantal herbestemmingen, het komt allemaal op ons af met windkracht 6. Laat het vooral een warme zuidenwind en geen kille oostenwind worden. Met kwaliteit als moreel kompas en goedbedoeld maar abstract containerbegrip kunnen we dan niet meer uit de voeten.

Impasse doorbreken

Het GA-Platform Restauratie is er alles aan gelegen de impasse te doorbreken. De nieuwe kabinetsperiode zou een uitstekend “vehikel” zijn om partijen te stimuleren elkaar te omarmen in plaats van elkaar te mijden. Aan ons zal het niet liggen.

Glazenier gecertificeerd volgens de URL en de BRL

Glazenier gecertificeerd volgens de URL en de BRL

Geheel volgens de URL4002 en de BRL4000 van de stichting ERM, is Glazenier en Kunsthistoricus Marije Wolfswinkel van Glasatelier Lichtraamwerk op 26 januari 2021 ERM-gecertificeerd. Zij is nu in het bezit van het ERM-certificaat.

Restauratiewerkzaamheden uitgevoerd door Lichtraamwerk worden nu geregistreerd dat zij volgens de uitvoeringsrichtlijnen van het ERM (Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg) zijn uitgevoerd. Dit houdt onder andere in dat er tijdens het werk rekening wordt gehouden met zoveel mogelijk behoud van oude technieken en oude materialen.

Marije is met haar bedrijf Lichtraamwerk, die nu 18 jaar bestaat, de eerste in Nederland die zich heeft gecertificeerd voor het restauratiecertificaat van de stichting ERM.
Eén van de fases van het certificeringsproces is onderstaande video met daarin onder meer het project restauratie glas-in-loodpanelen Sweelinck-college.

Stichting ERM en glas-in-lood
Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) is opgericht om de kwaliteit van het restaureren van monumenten op een breed gedragen kwaliteitsniveau te brengen en te houden. Binnen de begeleidingscommissie glaswerk zijn de uitvoerings- en beoordelingsrichtlijnen samengesteld voor de restauratie van monumentaal glas in lood en gebrandschilderd glas.

Branchevereniging OVG
Lichtraamwerk is lid van het Glazeniersgilde OVG (ondernemers vereniging van glazeniers), waar Marije Wolfswinkel voorzitter is. Deze branchevereniging OVG is partner van het Platform GA.

Foto’s: Marije Wolfswinkel / restauratie glas-in-lood panelen Sweelinck-college.

Subsidies belangrijk voor goed opgeleid personeel

Subsidies belangrijk voor goed opgeleid personeel

De overheid moet de restauratiesector niet vergeten in deze coronacrisis. Die dringende oproep doet Glenn Pronk, directeur van bouw- en restauratiebedrijf Pronk Bouw.

“Blijf subsidies geven. Anders hebben we straks opnieuw tekort aan goed opgeleid personeel.”

Terwijl de coronacrisis vele sectoren raakt, gaat het met de restauratiesector eigenlijk heel goed. Van werkuitval is nauwelijks sprake, er wordt meer vast personeel in dienst genomen en de cijfers tot nog toe zijn prachtig… lees meer in de pdf

Restauratietimmerlieden winnen NCE Meester-Gezelprijs

Restauratietimmerlieden winnen NCE Meester-Gezelprijs

Gerard Kleijn en Thomas van Harten winnen eerste NCE Meester-Gezelprijs!

De eerste NCE Meester-Gezelprijs is uitgereikt aan restauratietimmerlieden Gerard Kleijn en Thomas van Harten, beiden werkzaam bij Bouw- & Molenmakersbedrijf Verbij uit Hoogmade. Zij kregen de prijs voor de excellente manier waarop de kennis over het restauratievakmanschap van leermeester op leerling wordt overgebracht. De prijs werd persoonlijk uitgereikt door een jurylid, die vanwege de coronamaatregelen speciaal met de prijs naar Hoogmade afreisde.

 “Met de Meester-Gezelprijs spreken wij onze waardering uit voor de bijzondere kennisoverdracht van leermeester op leerling”, aldus het jurylid, “het restauratievak leer je namelijk niet alleen uit boeken, maar juist in de praktijk van de leermeester. Die leert je om creatief en oplossingsgericht te zijn. Hoe je van een vakman een échte restauratievakman wordt. Daarbij is een goede samenwerking essentieel. In veel inzendingen zagen we dit terug, maar vooral bij Gerard en Thomas. Wij zijn dan ook zeer verheugd dat we aan dit bijzondere duo vandaag deze prijs mogen uitreiken.”

Meesterschap
De vierkoppige jury, bestaande uit juryvoorzitter Marc van Roosmalen (seniorarchitect bij Rijksvastgoedbedrijf), de voorzitter van Platform Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie, Willemijn Maas (voorzitter Raad van Toezicht van het Nationaal Restauratiefonds) en Michiel van Hunen (restauratiespecialist Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), koos unaniem het winnende duo. Het jurylid vervolgt: “We waren onder de indruk van de samenwerking tussen Gerard en Thomas. Hoe ze bijvoorbeeld samen de diagnose stelden van een middeleeuwse houtconstructie. Bijna als heelmeesters: per onderdeel bekeken ze wat belangrijk was voor het herstel en hielden daarbij zoveel mogelijk rekening met behoud van het bestaande historische bouwmateriaal. Kijk, dat is nou meesterschap!”

Het is net als koffie zetten
Leermeester Gerard Kleijn is zeer blij met deze erkenning. “Wat ik zelf heel belangrijk vind, is dat ik jongens zoals Thomas langzaam verder breng. Dat doe ik druppelsgewijs. Het is net als koffiezetten: steeds een druppeltje meer verantwoordelijkheid en uiteindelijk heb je een pot koffie. Zo breng je de noodzakelijke vakkennis op een efficiënte manier over.” Thomas van Harten vult daarbij aan: “Gerard heeft mij geleerd om goed te kijken. Beter een half uur langer kijken in het begin, dan later een halve dag meer werk! Het is echt geweldig dat ik nu samen met Gerard deze prijs gewonnen heb.”

Genomineerden en eervolle vermeldingen
De winnaars werden gekozen uit drie genomineerde Meester-Gezel duo’s. De overige twee genomineerde duo’s zijn Tony Muller (leermeester) en Bart Verhoeven (leerling) van Loodgieters- en Leidekkersbedrijf Walter Verhoeven en Joost Vlemmix (leermeester) en Teun Schraven (leerling) van Vlemmix Juwelen. Eervolle vermeldingen gaan naar de duo’s Erik Jan Brans (leermeester) en Karlijn de Wild (leerling) van Rothuizen Architecten en Stedenbouwkundigen en Gerrit Spijkerboer (leermeester) en Cornelis van Lagen (leerling) van hoveniersbedrijf Debie & Verkuijl.

Over de NCE Meester-Gezelprijs
De Meester-Gezelprijs benadrukt de bijzondere kennisoverdracht van leermeester op leerling die zo belangrijk is voor het in stand houden van ambachtelijke restauratieberoepen. 18 Meester-Gezel duo’s uit 14 verschillende restauratiedisciplines hebben zich aangemeld voor deze prijs. De drie genomineerde duo’s mogen ieder gereedschap/materiaal ter waarde van €300,- uitzoeken voor hun eigen vakdiscipline. Het winnende duo ontvangt €1.500,- per persoon om te besteden aan opleidingsmodules van het NCE of andere erfgoedstudies of aan een studiereis.

Video’s genomineerde duo’s

Video’s genomineerde duo’s

De rode loper uit voor de genomineerde duo’s NCE Meester-Gezelprijs 2020

23-9-2020 | Drie duo’s van leermeester en gezel sprongen eruit voor de jury van de NCE Meestergezelprijs. Wie zijn deze bijzondere leermeesters en gezellen? Bekijk de video’s! Op 30 oktober aanstaande wordt het winnende duo bekend gemaakt. Zij gaan ieder naar huis met de hoofdprijs van € 1.500,- om te besteden aan opleidingsmodules van het NCE of andere erfgoedstudies of aan een studiereis. 

Op vrijdagmiddag 30 oktober reikt juryvoorzitter Marc van Roosmalen de hoofdprijs uit aan het winnende duo. De jury heeft erg genoten van alle mooie inzendingen (18 totaal!), maar heeft het ook moeilijk gehad met de definitieve keuze van de winnaar, verklapte Van Roosmalen. Bij de video’s staat een korte toelichting van de jury over de genomineerden. 

Maak kennis met Tony & Bart, Gerard en Thomas en Joost & Teun! 

Kijk mee met de genomineerde leermeester en gezellen op hun werkplek op de steiger, in een monument en in het atelier. Zie hoe de leermeester de gezel begeleidt, instrueert en aanmoedigt en hoe de gezel de restauratiewerkzaamheden uitvoert en leert. Drie fantastische duo’s, drie geweldige video’s!


Restauratieleidekkers Tony Muller en Bart Verhoeven, Loodgieters- en leidekkersbedrijf Walter Verhoeven BV, Nieuwkuijk

Tony vindt het een eer om de volgende generatie op te leiden, om zo de toekomst van het bedrijf veilig te stellen. Bart is een snelle leerling en volgt de NCE-opleiding Restauratie Leidekker & Loodgieter. Hun werk getuigt van groot vakmanschap. Samen zijn zij in staat om met kennis van het gebouwde erfgoed en binnen de uitvoeringsrichtlijnen, oplossingen te bedenken voor het behoud van het monument.


Restauratietimmerlieden Gerard Kleijn en Thomas van Harten, Bouw- en molenmakersbedrijf Verbij Hoogmade BV, Hoogmade

Hier valt met name de rol van Gerard (als meester) op. Zijn leerling Thomas krijgt de ruimte om te groeien in vaardigheden en als mens. Hoewel de leerling wel eens moet tobben, is de meester er altijd als dekking. Dit duo geeft blijk van het koesteren van het monument, dat mede door de onderzoekende houding van Gerard tot stand wordt gebracht.


Prijzen en prijsuitreiking

De zes genomineerden krijgen ieder gereedschap ter waarde van € 300. De twee winnaars ontvangen ieder € 1.500 om te besteden aan opleidingsmodules van het NCE of andere erfgoedstudies of aan een studiereis. 

Geïnspireerd door zoveel vakmanschap? 

Bekijk hier de NCE-opleidingen om je te specialiseren tot restauratiespecialist op jouw vakgebied: NCE-opleidingen

Wie zijn de juryleden? 

  • Willemijn Maas is ambassadeur van het NCE en voorzitter van de Raad van Toezicht van het NRF.
  • Marc van Roosmalen is senior architect Rijksvastgoedbedrijf met specialisatie erfgoed.
  • Michiel van Hunen is senior specialist conservering en restauratie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
  • De voorzitter van het Platform Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie.

Bron: www.erfgoedopleidingen.nl

Honderden banen meer

Honderden banen meer

Gespecialiseerde restauratiebedrijven staan of vallen met gekwalificeerde ondernemers en medewerkers. Hoe belangrijk dat is blijkt bijvoorbeeld uit het aantal vaste contracten. Van alle medewerkers in dienst heeft maar liefst 95% een vast contract. Een andere indicatie is het aantal zzp-ers. Hoewel ook in deze sector cruciaal als “variabele schil”, blijkt hun aantal in de afgelopen 2 jaar met 200 te zijn gedaald: in 2018 1400; in 2020 1200. De opeenvolgende crises hebben ook hier hun sporen nagelaten, ondernemers voorzichtig gemaakt en huiverig al te grote verplichtingen aan te gaan. De daling is dan ook niet spectaculair maar wel significant.

Wat dat wel is, is de verwachte groei van het aantal banen in de komende 3 jaar: 400.

Ook door de crises en tevens door het wegvallen van ROC’s voor deze beroepen, zijn ondernemers qua scholing van de medewerkers vooral op zichzelf aangewezen. Dat blijkt zonneklaar uit het onderzoek. Schoorvoetend zoekt men naar andere wegen, en daar doemt met name het jonge Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen op. De door de bedrijven gewenste opleidingen van de medewerkers bewegen zich op vmbo- en in toenemende mate op mbo-niveau. Enkele branches vragen hbo en universitair niveau. Aan de brancheopleidingen wordt hard gewerkt en in de meeste gevallen de laatse hand aan gelegd. In de moeilijke jaren waren er zo weinig leerlingen dat deze opleidingen onder het welbekende laagje stof terecht kwamen.

Omzet in de plus en coronaproof

Omzet in de plus en coronaproof

Wat opvalt is dat het aantal GA-bedrijven, aangesloten bij één van de 10 brancheorganisaties, in twee jaar tijd met 20 is gestegen. Niet spectaculair, maar in een markt die qua omvang redelijk stabiel is een niet onaardige score.

De totale omzet van de bedrijven kende een veel heftiger groei. Hadden de bedrijven in 2018 een gezamenlijke jaaromzet van 325 miljoen, waarvan 180 miljoen uit restauratie van monumenten, in 2020 is die omzet gestegen tot 402 miljoen, waarvan 241 miljoen uit restauratie. Ten opzichte van 2019 bedroeg de toename 20 miljoen, tegen 40 miljoen in 2018. Een kleine afvlakking dus. Een kwart van de bedrijven heeft z’n omzet in het afgelopen jaar zien groeien, met gemiddeld 15%.

Opmerkelijk is dat slechts 9% van de bedrijven last heeft (gehad) van het coronavirus, en dan nog op bescheiden schaal.

Kijkend naar de nabije toekomst denkt 62% van de bedrijven in omzet gelijk te blijven; wanneer we het gehele volgend jaar beschouwen (vanaf juni 2020) daalt dat aantal licht tot 57%. Nog verder weg, de komende 3 jaar, vlakt dit percentage nog verder af: 40%. Voor de periode tot juni 2023 houden optimisten (hogere omzet) en pessimisten (lagere omzet) elkaar in evenwicht, beide scoren 30%.

Omdat de markt in hoge mate subsidiegedreven is en er geen grote schommelingen in de beschikbare bedragen te verwachten zijn, zal de concurrentie met minder gekwalificeerde bedrijven en gekwalificeerde collega’s uitmaken wie plust en wie mint.

Onderzoek verwachtingen

Onderzoek verwachtingen

Onderzoek GA-Platform naar omzet, werkgelegenheid en certificering gespecialiseerde restauratiebedrijven

Bij het ontstaan van het GA-Platform Restauratie vroegen we het Economisch Bureau voor de Bouw (EIB) onderzoek te doen naar de belangrijkste kenmerken van de via de brancheorganisaties aangesloten bedrijven en hun voornaamste problemen. Dit was bedoeld als een soort 0-meting. Als behartiger van de niet vakgerichte belangen gaf dat ons inzicht in de noden en wensen die als rode draden door alle bedrijven liepen. Hoewel de vakspecialismen van branche tot branche verschilden, trof de hoge mate van gemeenschappelijkheid. In een enkele maanden eerder verschenen startdocument, voorbesproken met alle branchevoorzitters, was dat ook al opgevallen.

Nu, 2 ½ jaar later, hebben we het onderzoek herhaald, zij het in sterk vereenvoudigde vorm. We hebben ons beperkt tot de huidige en verwachte omzet en werkgelegenheid, de scholingsbehoeften en het gebruik van kwaliteitsrichtlijnen. Omzet en werkgelegenheid hebben we vergeleken met de jaren 2018 en 2019; de vragen over de kwalteitsrichtlijnen zijn nieuw en alleen gesteld aan de brancheorganisaties. Het onderzoek wordt afgesloten met een 12-tal conclusies en aanbevelingen.

Conclusies en aanbevelingen
Het volledige onderzoek met de aanbevelingen is te downloaden.

Eerste notities

Eerste notities

Wat bespreken we in het GA-Platform zoal met elkaar?

De elf bij het GA-Platform Restauratie aangesloten brancheorganisaties komen 3 keer per jaar bijeen. Ook woensdag 9 september was het weer zover, helaas voor de tweede achtereenvolgende keer via dat weinig uitnodigende beeldscherm. Als er één beroepsgroep te vereenzelvigen is met -mooie- plaatjes, van al die vakkundige ambachtelijke produkten waar onze site vol mee staat, zijn wij het wel, maar nu waren de deelnemers van de vergadering de plaatjes die dienden als ondersteuning van de praatjes. Alles went uiteindelijk.

Enkele interessante punten uit die vergadering laten we hier de revue passeren.

Hoofdaannemers en GA-aannemers vinden elkaar

Twee belangrijke gasten, bestuursleden van de Vakgroep Restauratie, de hoofdaannemers, spraken met de elf leden van het Platform over de relatie hoofdaannemer-gespecialiseerde aannemer, en daarmee over de kwaliteit van de restauratieketen. Gespecialiseerde bedrijven (de GA’s) klagen nogal eens dat opdrachtgevers en hoofdaannemers de echte kwaliteitsspecialisten overslaan omdat die te duur zouden zijn. Hoofdaannemers werpen daar tegen op dat het aantal hooggekwalificeerde specialisten te gering is om voldoende keuze te hebben. Lang dreigde een impasse, maar beide partijen hebben nu afgesproken er alles aan te doen om de problemen het hoofd te bieden en niet langer de prijs maar de kwaliteit als richtsnoer te gebruiken voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Gezamenlijk zullen we optrekken om opdrachtgevers te overtuigen dat ze het beste uit zijn met teams van de echte kwaliteitsleveranciers. Dat ze minder moeten letten op het besparen van korte termijn centjes en meer oog hebben voor de euro’s die ze op de langere termijn besparen. Onder het motto: “als je het doet, doe het dan goed”. Voor de subsidieverstrekkende overheden een opdracht en een mooie kans. Ook met de architecten zal hierover uitvoerig worden gesproken.

Een mooi resultaat, met hopelijk grote gevolgen voor de kwaliteit van het onderhoud van onze monumenten.

Hobbels voor Certificering

Veel branches met kleinere leden-bedrijven worstelen met certificering. Alle leden werken zonder uitzondering met de door ERM en RCE opgestelde uitvoeringsrichtlijnen (URL’s), over hoe het werk moet worden uitgevoerd, maar het zelf gecertificeerd zijn wil nog niet altijd lukken. Eén van de boosdoeners is de kosten, de eenmalige bij het begin van het certificeringstraject en de vervolgkosten bij de audits. Ook zien bedrijven op tegen de papierrommel en twijfelen ze aan het rendement. Ze hebben, uit ervaring, weinig vertrouwen dat opdrachtgevers hun kwalteitsinspanningen belonen met opdrachten. En als te weinig bedrijven investeren in pure restauratiekwaliteit, holt de specialistische kennis en kunde achteruit en zijn de monumenten de dupe.

Branches hebben nu besloten hun ervaringen met Certificerende Instellingen uit te wisselen en te kijken hoe kosten en opbrengsten beter kunnen sporen.

Cultureel Ondernemerschap; vakspecialisten bijspijkeren

In het voorjaar zijn er tal van proeven geweest met de organisatie van workshops en later webinars om het ondernemerschap van de GA-ondernemers, die vakmatig uitstekend zijn geschoold maar als ondernemer niet altijd goed uit de voeten kunnen, te professionaliseren. Het ziet er naar uit dat dit initiatief een follow-up krijgt. Deelnemende ondernemers waren in grote meerderheid enthousiast, ook omdat vakspecialisten vanuit alle mogelijke ambachten door elkaar zaten en tot de ontdekking kwamen uniek geachte problemen toch niet zo uniek waren als men dacht.

Groot onderzoek achterban GA-Platform

Over twee weken kunnen we daar meer over meedelen. Momenteel leggen we er de laatste hand aan. Het lijkt er indrukwekkend en bijzonder interessant te gaan uitzien. We zullen het heel breed verspreiden.