Werkbezoek Belhaj D66
Rondleiding Huis Dedel Den Haag
Op maandag 15 april 2019 was Salima Belhaj (D66) te gast bij het Platform Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie. Gastheer was de VTR, de Vereniging van Timmerwerk in de Restauratie. De VTR is aangesloten bij dit Platform. Mevrouw Belhaj bracht een bezoek aan de restauratie van Huis Dedel in Den Haag, uitgevoerd door Burgy Bouwbedrijf. Zij maakte kennis met een branche waar ambachtelijkheid en vakmanschap voorop staan. De platform-leden namen de gelegenheid te baat om mevrouw Belhaj uitleg te geven over diverse zaken die spelen in de sector. Zo werd aandacht gevraagd voor het belang van kwaliteitsborging van restauratiewerken en het nut en de noodzaak van certificering. Ook werd aangegeven dat meer toezicht en controle vanuit de subsidieverstrekker op de uitvoering van het werken aan monumenten wenselijk zou zijn.
Naar aanleiding van het werkbezoek heeft mevrouw Belhaj enkele vragen gesteld aan de minister van OCW mevrouw Engelshoven;
Haar betoog:
“Dan ga ik van appels en peren naar het werkbezoek dat ik heb gebracht aan Huis Dedel, hier in Den Haag, waar stevig wordt gerenoveerd. Ik sprak daar een aantal vertegenwoordigers en leden van het GA-platform Restauratie. Daarbij kwamen toch een aantal dingen naar voren waar ik eigenlijk een beetje van schrok. Ik wil de Minister vragen of ze daarop kan reflecteren. Er gelden op dit moment verschillende regels voor ondernemers in de restauratiesector, met name op het punt van certificering. Bij archeologie is certificering verplicht, maar bij monumentenrestauratie niet. Dit leidt tot een strijd tussen zzp’ers die investeren en zich wel certificeren en degenen die dat niet doen en die daardoor goedkoper, met een betere prijs, kunnen concurreren. Dit verbaast mij, want uiteindelijk hebben we hetzelfde doel, namelijk duurzame restauratie, zodat we zo lang mogelijk van onze monumenten kunnen genieten. Maar als er geen kwaliteitskeurmerk is voor deze restaurateurs, hoe weten we dan of iemand voldoende gespecialiseerd is? Mijn vraag aan de Minister is dan ook hoe zij kijkt naar de introductie van zo’n keurmerk voor restauratieberoepen. Daarbij aansluitend: in grote steden is vaak sprake van specifieke aandacht en capaciteit voor restauratie en erfgoed. In kleinere gemeenten ontbreken die aandacht en capaciteit vaak. Meer samenwerking en een gezamenlijk netwerk voor het delen van kennis zou daarbij enorm kunnen helpen. Dit sluit ook aan bij het advies van de Raad voor Cultuur over erfgoed. Hoe kijkt de Minister daarnaar en wat doet zij om dit te stimuleren?”








