Impasse certificering doorbreken

Impasse certificering doorbreken

De discussie over nut en noodzaak van het certificeren van bedrijven die monumenten onderhouden en restaureren, speelt al jaren. Echt veel opschieten doet die discussie niet. Het woord certificeren dreigt inmiddels zo’n beladen begrip te worden, dat ik liever spreek van erkennen. Van ERM-erkende-bedrijven. ERM is de stichting die de kwaliteitsrichtlijnen opstelt, in samenspraak met alle betrokkenen, en bovendien bepaalt aan welke eisen een bedrijf moet voldoen om die erkenning te krijgen. Veel opdrachtgevers, zowel overheden als particuliere, hanteren inmiddels wel de richtlijnen die de kwaliteit van de uitvoering van een restauratiewerk voorschrijven, maar het inhuren van een bedrijf dat aantoonbaar beschikt over de kennis en vaardigheden om die kwaliteit te garanderen, is ze nog te vaak een brug te ver. Argument daarbij is dat men niet wenst te worden beperkt in de keuze van een bedrijf en erkende bedrijven schaars en duur zijn. Veelal zwicht een opdrachtgever uiteindelijk toch voor de laagste prijs, en wordt het risico van niet herstelbare fouten door onoordeelkundig werk op de koop toegenomen. Wat zich hier wreekt is dat het monumenteigenaren, zeker de “enkelpandigen”, vaak de kennis ontbeert om de consequenties van bepaalde keuzes te overzien. Het gezegde “goedkoop is duurkoop” zou in monumentenland uitgevonden kunnen zijn.

Extra investeren

Bedrijven op hun beurt aarzelen in erkenningen te investeren. Je moet personeel extra scholen, extra honoreren, erkenningen aanvragen en jaarlijks laten valideren, wat vele duizenden euro’s aan kosten met zich meebrengt. Wanneer je niet de geringste zekerheid hebt die extra investeringen te kunnen terugverdienen, waarom zou je dan je nek uitsteken en beter willen zijn dan je concurrenten?

Laagste prijs

Hoewel het aantal erkenningen licht -zeer licht wel te verstaan- stijgt moeten we vaststellen dat we in een impasse zitten. Kind van de rekening is de kwaliteit. Waar opdrachtgevers de laagste prijs blijven omarmen, erkende bedrijven zich afvragen of hun stempel enige toegevoegde waarde heeft en potentiële toetreders de kat uit de boom blijven kijken, is kwaliteit de grote verliezer. Het gekke is, dat alle betrokkenen, voorop het Ministerie van OC&W, kwaliteit juist met hoofdletters schrijven. De vraag is nu, hoe dit abstracte kwaliteitsbesef kan worden geconcretiseerd.

Bezitters van monumenten en restauratiebedrijven bevinden zich in een loterij zonder nieten, een tombola. Nieuwe materialen, innovatieve technologieën, ingrijpende wetgeving, verduurzaming, klimaatschommelingen en een groeiend aantal herbestemmingen, het komt allemaal op ons af met windkracht 6. Laat het vooral een warme zuidenwind en geen kille oostenwind worden. Met kwaliteit als moreel kompas en goedbedoeld maar abstract containerbegrip kunnen we dan niet meer uit de voeten.

Impasse doorbreken

Het GA-Platform Restauratie is er alles aan gelegen de impasse te doorbreken. De nieuwe kabinetsperiode zou een uitstekend “vehikel” zijn om partijen te stimuleren elkaar te omarmen in plaats van elkaar te mijden. Aan ons zal het niet liggen.

Comments are closed.