Activiteiten

Eerste notities

Eerste notities

Wat bespreken we in het GA-Platform zoal met elkaar?

De elf bij het GA-Platform Restauratie aangesloten brancheorganisaties komen 3 keer per jaar bijeen. Ook woensdag 9 september was het weer zover, helaas voor de tweede achtereenvolgende keer via dat weinig uitnodigende beeldscherm. Als er één beroepsgroep te vereenzelvigen is met -mooie- plaatjes, van al die vakkundige ambachtelijke produkten waar onze site vol mee staat, zijn wij het wel, maar nu waren de deelnemers van de vergadering de plaatjes die dienden als ondersteuning van de praatjes. Alles went uiteindelijk.

Enkele interessante punten uit die vergadering laten we hier de revue passeren.

Hoofdaannemers en GA-aannemers vinden elkaar

Twee belangrijke gasten, bestuursleden van de Vakgroep Restauratie, de hoofdaannemers, spraken met de elf leden van het Platform over de relatie hoofdaannemer-gespecialiseerde aannemer, en daarmee over de kwaliteit van de restauratieketen. Gespecialiseerde bedrijven (de GA’s) klagen nogal eens dat opdrachtgevers en hoofdaannemers de echte kwaliteitsspecialisten overslaan omdat die te duur zouden zijn. Hoofdaannemers werpen daar tegen op dat het aantal hooggekwalificeerde specialisten te gering is om voldoende keuze te hebben. Lang dreigde een impasse, maar beide partijen hebben nu afgesproken er alles aan te doen om de problemen het hoofd te bieden en niet langer de prijs maar de kwaliteit als richtsnoer te gebruiken voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Gezamenlijk zullen we optrekken om opdrachtgevers te overtuigen dat ze het beste uit zijn met teams van de echte kwaliteitsleveranciers. Dat ze minder moeten letten op het besparen van korte termijn centjes en meer oog hebben voor de euro’s die ze op de langere termijn besparen. Onder het motto: “als je het doet, doe het dan goed”. Voor de subsidieverstrekkende overheden een opdracht en een mooie kans. Ook met de architecten zal hierover uitvoerig worden gesproken.

Een mooi resultaat, met hopelijk grote gevolgen voor de kwaliteit van het onderhoud van onze monumenten.

Hobbels voor Certificering

Veel branches met kleinere leden-bedrijven worstelen met certificering. Alle leden werken zonder uitzondering met de door ERM en RCE opgestelde uitvoeringsrichtlijnen (URL’s), over hoe het werk moet worden uitgevoerd, maar het zelf gecertificeerd zijn wil nog niet altijd lukken. Eén van de boosdoeners is de kosten, de eenmalige bij het begin van het certificeringstraject en de vervolgkosten bij de audits. Ook zien bedrijven op tegen de papierrommel en twijfelen ze aan het rendement. Ze hebben, uit ervaring, weinig vertrouwen dat opdrachtgevers hun kwalteitsinspanningen belonen met opdrachten. En als te weinig bedrijven investeren in pure restauratiekwaliteit, holt de specialistische kennis en kunde achteruit en zijn de monumenten de dupe.

Branches hebben nu besloten hun ervaringen met Certificerende Instellingen uit te wisselen en te kijken hoe kosten en opbrengsten beter kunnen sporen.

Cultureel Ondernemerschap; vakspecialisten bijspijkeren

In het voorjaar zijn er tal van proeven geweest met de organisatie van workshops en later webinars om het ondernemerschap van de GA-ondernemers, die vakmatig uitstekend zijn geschoold maar als ondernemer niet altijd goed uit de voeten kunnen, te professionaliseren. Het ziet er naar uit dat dit initiatief een follow-up krijgt. Deelnemende ondernemers waren in grote meerderheid enthousiast, ook omdat vakspecialisten vanuit alle mogelijke ambachten door elkaar zaten en tot de ontdekking kwamen uniek geachte problemen toch niet zo uniek waren als men dacht.

Groot onderzoek achterban GA-Platform

Over twee weken kunnen we daar meer over meedelen. Momenteel leggen we er de laatste hand aan. Het lijkt er indrukwekkend en bijzonder interessant te gaan uitzien. We zullen het heel breed verspreiden.

Nieuwe uitvoeringsrichtlijn historisch schilderwerk URL 4009

Nieuwe uitvoeringsrichtlijn historisch schilderwerk URL 4009

Mark Hulsen: ‘Elke schilder moet deze moderne richtlijn kennen’

‘De nieuwe uitvoeringsrichtlijn historisch schilderwerk URL 4009 is innovatief en toekomstgericht. Hij doet veel meer recht aan het ambacht van de restauratieschilder en aan de complexiteit van het schildersvak. Daarnaast is hij een stuk moderner geworden; niet alleen toepasbaar ten aanzien van de inspanningsgerichte, meer klassieke bestekken, maar ook in te passen in het proces van “Resultaatgericht samenwerken”’, stelt Mark Hulsen verheugd vast.

Moderner
Mark Hulsen is sectormanager bij Koninklijke OnderhoudNL, de ondernemersorganisatie van specialisten in vastgoedonderhoud, renovatie, restauratie, isolatie, schilderen, beglazing en industriële metaalconservering. Daarnaast maakte hij deel uit van de begeleidingscommissie voor de vernieuwde URL 4009 Historisch schilderwerk. ‘Wat ik als een van de belangrijkste verbeteringen van de nieuwe URL vindt is dat deze moderner is gemaakt. Hij sluit meer aan bij hedendaagse werkopvattingen en werkafspraken. Want naast het werken conform een voorgeschreven bestek zien wij, en stimuleren dat ook, dat er steeds meer wordt gewerkt op basis van het “Resultaatgericht samenwerken (RGS)”. Hierbij wordt door de aannemer en onderaannemers meegedacht over het beste resultaat – ook op langere termijn. De stappen die in dat proces worden gezet worden nu benoemd in de URL, een waardevolle innovatie en verrijking. Er is nu ook een heel duidelijk onderscheid tussen regulier en historisch schilderwerk.’

Monumentale ondergrond
‘De URL is helaas niet compacter geworden, wat wel het streven was. Restauratie en erfgoedschilderwerk bestaat voor ongeveer 80 procent uit “onderhoudsschilderwerk” op monumentale ondergronden. Naast natuurlijk de specialistische technieken, zoals hout- en marmerimitatie, decoratieve technieken en bijvoorbeeld het aanbrengen van bladmetalen. In de oorspronkelijke URL was daar wat te weinig aandacht voor. In deze nieuwe versie wordt aan alle facetten, zowel het schilderwerk als de specialistische technieken aandacht gegeven. De nieuwe versie van de richtlijn is nu gesplitst naar monumentale ondergronden van hout, metaal, steen of beton’.

Verdieping
‘Verder kent deze nieuwe versie ook een enorme inhoudelijke verdiepings. Per soort ondergrond is beschreven hoe deze kan worden geconserveerd, gerepareerd of vernieuwd moet worden. Met deze vernieuwde URL in de hand kan de restauratie- en erfgoedschilder ook beter richting opdrachtgever beargumenteren waarom het behouden van bijvoorbeeld de oude verflagen, of het doen van een kleurhistorisch onderzoek zo belangrijk is. Daarnaast kan de restauratie- en erfgoed schilder ook beter beargumenteerd zijn adviezen geven’. ‘Daarom vind ik het ook van groot belang dat elke schilder kennis neemt van deze nieuwe richtlijn. Kennis neemt van alle expertise die er in zit. Kennis die vanuit regulier onderhoud leidt naar erfgoedschilderwerk. En daarbij alle mogelijke technieken, zoals hout- en marmerimitatie, decoratief werk of vergulden, benoemd’. ‘En nog een andere reden om deze URL breed onder de aandacht te brengen is het gezondheidsaspect. De richtlijn benoemt ook de gevaren van het verwijderen van oude verflagen, met name afwerklagen voorzien van chroom-6 of loodhoudende verf’.

Stimulans tot certificering
‘Dat de URL nu inhoudelijk zeer compleet en toekomstgericht is en naadloos aansluit op het Resultaatgericht samenwerken, maakt het voor erfgoedschilders des te aantrekkelijker om zich te laten certificeren. OnderhoudNL streeft daar ook naar. Ze ondersteunt haar leden in het proces naar certificering en heeft daarvoor ook een handleiding ontwikkeld. Een stappenplan, dat desgewenst kan worden begeleid. We zien dat de uitvoerings- en beoordelingsrichtlijnen van ERM langzamerhand een algemeen geldende kwaliteitsstandaard zijn geworden. Erfgoedschilders, maar ook schildersbedrijven die een mindere focus hebben op monumenten, hebben daar baat bij. Ze kunnen beter aansluiten in de keten die ontstaat bij een restauratie, renovatie of onderhoud van een monument. Ze kunnen zo mogelijk ook zelf die keten opzetten en op kwaliteit bewaken. Dat zal ook een rol gaan spelen in de toekomstige nieuwe versie van de Wet kwaliteitsborging, die uiteraard uiteindelijk ook voor het gebouwde erfgoed gaat gelden.’

Voor vragen is Mark Hulsen bereikbaar via M.Hulsen@OnderhoudNL.nl

Genomineerde duo’s NCE Meester-Gezelprijs

Genomineerde duo’s NCE Meester-Gezelprijs

De genomineerde duo’s van de NCE Meester-Gezelprijs zijn bekend! Uit de 18 inzendingen voor de NCE Meester-Gezelprijs heeft de jury drie duo’s genomineerd. Het gaat om de restauratieleidekkers Tony en Bart, restauratietimmerlieden Gerard en Thomas en restauratoren roerend erfgoed (juwelen) Joost en Teun. Met het uitreiken van de Meester-Gezelprijs wil het NCE het restauratievakmanschap én het ambachtelijk onderwijs in de spotlights zetten.

De juryleden Willemijn Maas, Marc van Roosmalen, Michiel van Hunen en de voorzitter van Platform Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie* waren onder de indruk van de 18 inzendingen uit 12 vakdisciplines: “De inzendingen getuigen allemaal van de bijzondere kennisoverdracht tussen deze leermeesters en gezellen, die zo belangrijk is voor het in stand houden van ambachtelijke restauratieberoepen. We vinden dat het vooral gaat om de wisselwerking en de onderlinge samenwerking tussen de meester en de gezel. De meester brengt kennis over en de gezel neemt de kennis tot zich om zo te kunnen uitgroeien tot een ambachtelijk vakman/vrouw. De meester helpt de gezel de vertaalslag te maken van de theorie naar de praktijk. Deze manier van opleiden is anders dan het opleiden in het reguliere onderwijs. Het is mooi en goed dat deze vorm van onderwijs bestaat. Het biedt kansen op een mooi beroep voor die groep die niet houdt van uit de boeken leren. De manuele en de motorische intelligentie die nodig is in het restauratievak, wordt enorm onderschat, terwijl iedereen wel veel sympathie heeft voor het restauratieambacht. Werken met de handen is ondergewaardeerd en het wordt tijd dat dit verandert. De NCE Meester-Gezelprijs draagt bij aan die verandering. We feliciteren Tony en Bart, Gerard en Thomas en Joost en Teun van harte met hun nominaties en zien uit naar de bekendmaking van de winnaar later dit jaar.”

De genomineerden voor de NCE Meester-Gezelprijs 2020

We stellen de genomineerden voor de NCE Meester-Gezelprijs 2020 alvast kort aan u voor. Later volgen uitgebreide portretten van deze getalenteerde vaklieden.

Restauratieleidekkers Tony Muller en Bart Verhoeven, Loodgieters- en leidekkersbedrijf Walter Verhoeven BV, Nieuwkuijk

Tony vindt het een eer om de volgende generatie op te leiden, om zo de toekomst van het bedrijf veilig te stellen. Bart is een snelle leerling en volgt de NCE-opleiding Restauratie Leidekker & Loodgieter. Het werk getuigt van groot vakmanschap. Samen zijn zij in staat om met kennis van het gebouwde erfgoed en binnen de uitvoeringsrichtlijnen, oplossingen te bedenken voor het behoud van het monument.


Restauratietimmerlieden Gerard Kleijn en Thomas van Harten, Bouw- en molenmakersbedrijf Verbij Hoogmade BV, Hoogmade

Hier valt met name de rol van Gerard (als meester) op. Zijn leerling Thomas krijgt de ruimte om te groeien in vaardigheden en als mens. Hoewel de leerling wel eens moet tobben, is de meester er altijd als dekking. Dit duo geeft blijk van het koesteren van het monument, dat mede door de onderzoekende houding van Gerard tot stand wordt gebracht.


Restauratoren roerend erfgoed Joost Vlemmix en Teun Schraven, Vlemmix Juwelen, Oss

Het vak van edelsmid wordt middels het meester-gezel systeem overgedragen. Joost investeert veel in zijn leerling Teun, waardoor Teun alle ruimte krijgt om diverse vakdisciplines zichzelf eigen te maken. Een belangrijk uitgangspunt is dat het ‘restauratiewerk nooit mooier mag worden dan het origineel’.

Eervolle vermeldingen

Twee inzendingen zijn weliswaar niet genomineerd, maar wel heel bijzonder. Daarom waardeert de jury deze beide duo’s met een eervolle vermelding: Gerrit Spijkerboer en Cornelis van Lagen, Debie & Verkuijl tuin | park | landschap en Erik Jan Brans en Karlijn de Wild, Rothuizen Architecten en Stedenbouwkundigen. 

Prijzen en prijsuitreiking

De genomineerden krijgen ieder gereedschap ter waarde van € 300. De winnaars, die in het najaar bekend gemaakt worden, ontvangen ieder € 1.500 om te besteden aan opleidingsmodules van het NCE of andere erfgoedstudies of aan een studiereis. 

Vanwege de Coronacrisis kunnen we nu nog niet zeggen wanneer en waar de prijsuitreiking plaats zal vinden. Zodra er meer duidelijkheid is, berichten wij hierover.

*Wie zijn de juryleden?
Willemijn Maas is ambassadeur van het NCE en voorzitter van de Raad van Toezicht van het NRF.
Marc van Roosmalen is senior architect Rijksvastgoedbedrijf met specialisatie erfgoed.
Michiel van Hunen is senior specialist conservering en restauratie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De voorzitter van het Platform Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie.

Nieuwe NCE-opleiding gestart

Nieuwe NCE-opleiding gestart

Nieuwe NCE-opleiding gestart: Restauratie Leidekker & Loodgieter

Op donderdag 12 maart jongstleden startte de opleiding Restauratie Leidekker & Loodgieter. Deze opleiding is tot stand gekomen in samenspraak met de Nederlandse Vereniging van Leidekkers (NVVL). Docent Joop Jansen legde de laatste hand aan de voorbereidingen om van de werkplaats van Bouwmensen Amersfoort een perfecte leerplek te maken voor de studenten. Vele partijen dragen bij, we geven u een kijkje achter de schermen.

De lesdagen van de opleiding Restauratie Leidekker & Loodgieter zijn georganiseerd in clusters van twee dagen. Op dag 1 krijgen de studenten een dagdeel theorie, waarna zij zelf aan de slag kunnen met leien, lood, zink, folies, alles wat nodig is om een dak met leien te dekken. Daar hebben ze dan steeds anderhalve dag goed de tijd voor.

In de werkplaats van Bouwmensen Amersoort, de locatie van de opleiding, staan inmiddels een groot dak en een torentje klaar. “De studenten van de allround opleiding timmeren hebben dat voor ons mooi gebouwd. Dat zijn voor deze timmerlieden in spé ook weer goede studieopdrachten en we hoorden terug dat ze het fantastisch vonden eraan te werken. Een geweldige manier om samen te werken,” vertelt Joop Jansen enthousiast.

Jansen coördineert de uitvoering van de NCE-opleidingen en werkt met veel partijen samen om de werkplaats in te richten voor de lessen. Zo heeft Piet Jacobs van ‘GAan in de bouw’ materialen beschikbaar gesteld. ‘GAan in de bouw’ organiseert een allround opleiding voor leidekken op MBO-2 niveau en is betrokken in de klankbordgroep van de vervolgopleiding van het NCE. “Piet had een aantal rollen folies, zink en lood over van de MBO 2 opleiding. Als er straks spullen over blijven na onze lessen, geef ik die weer aan Piet. Zo helpen we elkaar,” aldus Joop.

Ook het bedrijfsleven draagt een steentje bij: “Via Johanna Gruijthuijsen van Lei Import hebben we leien gekregen. We zijn heel dankbaar dat zij dit dure materiaal wil sponsoren. Er komen nog leien uit leisteengroeves in Duitsland, Wales en Spanje, zodat de studenten de verschillen in vormen en hardheid van deze soorten leien kunnen ervaren. Daarnaast heb ik een kist met leien van over de hele wereld verzameld als studiemateriaal, waar we tijdens de eerste lesdag meteen mee aan de slag zijn gegaan.”

De opleiding Restauratie Leidekker & Loodgieter kwam mede tot stand door de enthousiaste inzet van de Nederlandse Vereniging van Leidekkers.

Het NCE organiseert en ontwikkelt voor diverse restauratiedisciplines opleidingen en opleidingsmodules. Bekijk ze hier: NCE-opleidingen.

Girlpower in Stucadoorsbedrijf

Girlpower in Stucadoorsbedrijf

Iris (17) uit Halsteren doet als eerste vrouwelijke student de opleiding tot stukadoor

,,Er is vaak tegen me gezegd dat meisjes dit niet kunnen. Dan wil ik juist laten zien dat ik het wél kan.” Iris Kuijpers (17) uit Halsteren was de eerste vrouwelijke student op de opleiding tot stukadoor bij Curio in Bergen op Zoom. Deze week deed ze mee aan de wedstrijd van Skills Heroes in Friesland, ook daar was ze de eerste vrouwelijke deelneemster in haar vak. 

Dat ze in de finale zit, betekent dat ze bij de beste zes van Nederland hoort. “Als ik win, mag ik naar het EK in Oostenrijk. Daar hoop ik natuurlijk op. Ik heb sterke tegenstanders, maar ik ben ook goed.”

“Ik ga de restauratie in: steenhouwen, beeldhouwen en het restaureren van natuurstenen werken. Ik heb gelukkig een fijn bedrijf gevonden dat me graag wil houden. Ik vind het belangrijk om een voorbeeld te zijn voor meiden die dit vak ook in willen.”

Restauratie Drakenfontein

Restauratie Drakenfontein

De drakenfontein wordt gerestaureerd en daarvoor wordt dit rijksmonument verwijderd van zijn standplaats aan het Stationsplein in Den Bosch. Bekijk hieronder de video’s.

Bron: www.denbosch.nl/bosschedraak
De Drakenfontein wordt gerestaureerd. Het rijksmonument op het Stationsplein wordt volledig verwijderd, gerestaureerd en opnieuw opgebouwd. Daarnaast wordt een nieuwe technische installatie voor de fontein aangelegd. In verband met deze werkzaamheden sluiten we het Stationsplein tussen 5 maart 2020 en 7 augustus 2020 gedeeltelijk af. Daarna is de weg weer vrij voor alle verkeer. In 2021 sluiten we de weg nogmaals tijdelijk af om de fontein weer op te bouwen.

Het komende jaar is hij te vinden op het voorplein bij Het Noordbrabants Museum. Blijf op de hoogte via www.denbosch.nl/bosschedraak

Werkbezoek Belhaj D66

Werkbezoek Belhaj D66

Rondleiding Huis Dedel Den Haag

Op maandag 15 april 2019 was Salima Belhaj (D66) te gast bij het Platform Gespecialiseerde Aannemers in de Restauratie. Gastheer was de VTR, de Vereniging van Timmerwerk in de Restauratie. De VTR is aangesloten bij dit Platform. Mevrouw Belhaj bracht een bezoek aan de restauratie van Huis Dedel in Den Haag, uitgevoerd door Burgy Bouwbedrijf. Zij maakte kennis met een branche waar ambachtelijkheid en vakmanschap voorop staan. De platform-leden namen de gelegenheid te baat om mevrouw Belhaj uitleg te geven over diverse zaken die spelen in de sector. Zo werd aandacht gevraagd voor het belang van kwaliteitsborging van restauratiewerken en het nut en de noodzaak van certificering. Ook werd aangegeven dat meer toezicht en controle vanuit de subsidieverstrekker op de uitvoering van het werken aan monumenten wenselijk zou zijn.

Naar aanleiding van het werkbezoek heeft mevrouw Belhaj enkele vragen gesteld aan de minister van OCW mevrouw Engelshoven;

Haar betoog:

“Dan ga ik van appels en peren naar het werkbezoek dat ik heb gebracht aan Huis Dedel, hier in Den Haag, waar stevig wordt gerenoveerd. Ik sprak daar een aantal vertegenwoordigers en leden van het GA-platform Restauratie. Daarbij kwamen toch een aantal dingen naar voren waar ik eigenlijk een beetje van schrok. Ik wil de Minister vragen of ze daarop kan reflecteren. Er gelden op dit moment verschillende regels voor ondernemers in de restauratiesector, met name op het punt van certificering. Bij archeologie is certificering verplicht, maar bij monumentenrestauratie niet. Dit leidt tot een strijd tussen zzp’ers die investeren en zich wel certificeren en degenen die dat niet doen en die daardoor goedkoper, met een betere prijs, kunnen concurreren. Dit verbaast mij, want uiteindelijk hebben we hetzelfde doel, namelijk duurzame restauratie, zodat we zo lang mogelijk van onze monumenten kunnen genieten. Maar als er geen kwaliteitskeurmerk is voor deze restaurateurs, hoe weten we dan of iemand voldoende gespecialiseerd is? Mijn vraag aan de Minister is dan ook hoe zij kijkt naar de introductie van zo’n keurmerk voor restauratieberoepen. Daarbij aansluitend: in grote steden is vaak sprake van specifieke aandacht en capaciteit voor restauratie en erfgoed. In kleinere gemeenten ontbreken die aandacht en capaciteit vaak. Meer samenwerking en een gezamenlijk netwerk voor het delen van kennis zou daarbij enorm kunnen helpen. Dit sluit ook aan bij het advies van de Raad voor Cultuur over erfgoed. Hoe kijkt de Minister daarnaar en wat doet zij om dit te stimuleren?”

Werkbezoek Geluk-Poortvliet CDA

Werkbezoek Geluk-Poortvliet CDA

Werkbezoek GA-Platform Restauratie met CDA-Kamerlid Geluk brengt plussen en minnen in de sector feilloos in beeld

12 november 2018

Het eerste werkbezoek met mevrouw Geluk, Tweede Kamerlid van het CDA met cultuur in portefeuille, vertegenwoordigers van vrijwel alle branches uit het GA-Platform en de directeuren van ERM en NCE in de gelederen, werd het belang van een dergelijk werkbezoek ten volle onderstreept. Voor mevrouw Geluk betekende het de eerste kennismaking met bedrijven uit een sector waarin pure ambachtelijkheid en vakmanschap de belangrijkste troeven zijn.

We waren te gast bij het Aartsbisschoppelijk Paleis, gebouwd in 1868, in Utrecht, waar Hans Wolters, voorzitter van de restauratieschilders een wel zeer exclusief en buitengewoon interessant project onderhanden heeft. Hij treedt op als hoofdaannemer en voert het werk uit met diverse andere specialisten zoals een leidekkers- en een stucadoorsbedrijf. Heel bijzonder was dat we een kijkje konden nemen in een gebouw en in vertrekken, zoals de privékapel van de aartsbisschop, die normaal gesloten blijven. Wolters benadrukte na afloop van de rondleiding het grote belang om goede vakopleidingen vanaf de basis te geven en niet alleen de specialisatie restauratie te doceren. Ook gaf hij aan hoe lastig verduurzamen van monumenten voor uitvoerende partijen in de praktijk is, mede omdat RCE en monumentenambtenaren vaak allesbehalve eenduidig zijn. Wolters en zijn architect waren over het aartsbisdom als opdrachtgever zeer te spreken. De aanbesteding vond plaats op basis van prijs en plan van aanpak, waardoor het werk beter loopt en de kwaliteit van het werk hoger is.

Na het Aartsbisschoppelijk Paleis was het de beurt aan Steenhouwerij Meesters In in Tienhoven, waar Daniël Spee onze gastheer was. Bijzonder boeiend waren de bewerkingen van een Herculesbeeld en een prachtig met de hand bewerkt grafmonument. Na een rondleiding over het uitgestrekte bedrijfsterrein waarop tal van onderhanden beeldengroepen de aandacht trokken, benadrukte Spee tijdens de discussie met alle betrokkenen een probleem dat vaak over het hoofd wordt gezien maar toch zeer van invloed is op planning en organisatie, namelijk de wisselende hoeveelheid werk in de restauratiesector die het opleiden en in dienst houden van medewerkers nadelig beïnvloedt. In zijn pleidooi voor meer continuïteit in het restauratiewerk sloot hij aan bij één van de conclusies van het door het EIB, in opdracht van het GA-Platform, recent uitgevoerde onderzoek naar knelpunten in de bedrijfsvoering van de leden van de aangesloten branches.

Ook dit werkbezoek leerde ons weer hoe nijpend het vraagstuk is van de instroom van gekwalificeerde medewerkers. Het al aangestipte probleem van de continuïteit, de beperkte waardering bij jongeren en hun ouders voor ambachtelijk vakmanshap, de te algemene opleidingen zodat jongeren het ambacht niet meer kennen, en niet te vergeten dat door ondernemers zo verfoeide tweede ziektejaar, dat als een molensteen om hun nek ligt en ondernemers vaak doet besluiten geen vaste krachten in dienst te nemen, zijn evenzovele hinderpalen voor een echt gezonde bedrijfsvoering. Hoop om jongeren in de toekomst wel degelijk naar de restauratie-ambachten te lokken is er echter ook. Omdat de restauratiesector, zoals iedere andere sector, te maken krijgt met modernisering en automatisering, bijvoorbeeld in de vorm van 3D technieken en computergestuurde apparaten, is het gemakkelijker het “oude” aan het “nieuwe” te koppelen waardoor de sector voor potentiële instromers een nieuwe dynamiek en aantrekkingskracht krijgt.

Aan het slot van het werkbezoek dankte mevrouw Geluk organisatie en gastheren hartelijk voor hun openhartige en heldere uiteenzettingen en boodschappen. Ze beloofde die boodschappen goed in de oren te knopen en te gebruiken in haar Kamerwerk.

Presentatie EIB-onderzoek

Presentatie EIB-onderzoek

Delft, 22 maart 2018

Ter gelegenheid van de oprichting van het GA-Platform Restauratie was het Economisch Bureau voor de Bouw gevraagd onderzoek te doen naar de grootste knelpunten en mogelijkheden van de deelnemende branches. De branches vertegenwoordigen 360 gespecialiseerde restauratiebedrijven met een jaaromzet van € 180 miljoen uit restauratie van monumenten.
Dit onderzoek werd tijdens de oprichtingsbijeenkomst aangeboden aan de Directeur Generaal van het Ministerie van OC&W in een voormalig museum te Delft dat volop in restauratie was.

Het GA-Platform streeft er naar een dergelijk onderzoek met enige regelmaat te herhalen.